maandag 5 juni 2017

Open microfoon

De open microfoon is een andere benadering van het einde van een traditionele kerkdienst. Normaal is er eerst een lied als antwoord op de preek, daarna volgt het zogenaamde grote gebed met daarin de dankzeggingen en voorbeden die zijn aangevraagd.
De meeste voorgangers noemen eerst die aangevraagde dankzeggingen en voorbeden om te voorkomen dat het gebed voor de gemeente een soort van “radionieuwsdienst” wordt.
Afbeeldingsresultaat voor open microfoon

Open microfoon


Bij een open microfoon gaat het allemaal iets anders. Na het amen van de preek gaat de voorganger meteen voor in gebed, waarbij het gebed alleen aansluit bij de preek. Het is dus een soort van gebed om toepassing of zegen. Daarna wordt een lied gezongen en dan komt de open microfoon. Bij die open microfoon komen in elk geval de aangevraagde voorbeden en dankzeggingen aan de orde, maar ook andere belangrijke kerkenraadsmededelingen. Er wordt gelegenheid gegeven aan aanwezigen om te delen wat zij graag aan de gemeente kwijt willen. Dat kan een verzoek om gebed zijn, een bedankje of opmerking naar aanleiding van iets wat gezegd is of gedaan, er kan iemand in het zonnetje worden gezet, enzovoort. Daarna volgt het gebed waarin al het genoemde wordt meegenomen.

Adviezen

Het is raadzaam voor degene die het gebed doet aantekeningen te maken wanneer hij niet 100% zeker is van een perfect geheugen. Er is wat gewenning nodig bij de gemeente. Maar het heeft zeker voordelen. De kerkdienst is om te beginnen geen one-man-show meer. Gebedsverzoeken klinken heel anders wanneer ze door het gemeentelid zelf worden gedaan. Een aangekondigde activiteit klinkt heel anders wanneer iemand er met passie over vertelt hoe dit als een roeping wordt ervaren.

Risico's

Het heeft natuurlijk ook risico’s. Niet iedereen kan kort en krachtig formuleren. Een open microfoon heeft op sommige mensen een geweldige aantrekkingskracht waarbij ze hun moment of fame graag willen rekken tot wat door andere gemeenteleden wordt ervaren als een eeuwigheid zonder de bijbehorende gelukzaligheid. Wat dat betreft zal het een goede oefening kunnen zijn in het “elkander verdragen”.
Een ander risico is dat van profetieën. Iemand heeft een profetie ontvangen en wil de gemeente daar deelgenoot van maken wat tot theologisch tenenkrommen leidt. Daar is gelukkig een goede oplossing voor die naar ik begrijp bij verschillende evangelische gemeenten wordt toegepast. De Heilige Geest Die de gave van de profetie geeft is dezelfde Geest Die ook de gave van de toetsing heeft gegeven en de Heilige Geest is ook een Geest van orde. Wie een profetie meent te hebben ontvangen zal deze daarom eerst laten toetsen. Pas als deze profetie is getoetst en geschikt wordt geacht om door te geven aan de gemeente mag dat worden gedaan. De geest van de profeten is immers aan de profeten onderworpen. En verder hoeft niet alles meteen de grote naam van profetie te dragen. Er is niets mis mee om iemand een mooie Bijbeltekst mee te geven.

Eigen weg

Verder is het belangrijkste dat elke gemeente die hiermee begint er een eigen weg in vindt. Wanneer er maar één jeugdactiviteit per maand is dan is het logisch dat deze speciaal wordt genoemd. De gemeente die elke week tien verschillende jeugdactiviteiten heeft zal al snel selectief worden in wat wel en wat niet speciaal wordt genoemd. Zo zijn er nog veel meer verschillen te bedenken. Er kan een keer een lied worden gezongen dat bij een bijzondere situatie past, maar het moet niet een apart zanguur worden doordat elke dienst er een hele reeks liederen wordt gevraagd. Voor zulke zaken kan een regel worden geformuleerd als “het uitzonderlijke kan mits het uitzonderlijk blijft en geen gewoonte wordt”. Zo kan de gemeente een stem krijgen zolang de gemeente daar oren voor heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten